Direct contact? Bel: 06 - 51 33 73 58

HomeOorlogsverhalenOorlogsverhaal Alida Fles-Vos

Oorlogsverhaal Alida Fles-Vos

Op 20 juni 1943 wordt er bij het gezin Vos op de deur gebonsd in hun woning aan de Camperstraat in Amsterdam. Via de Hollandse Schouwburg worden ze afgevoerd naar Kamp Westerbork. Alida Fles-Vos is dan 10 jaar.

Documentaire

Pia Media maakte voor de Oorlogsgravenstichting de documentaire-serie 'Want elk oorlogsgraf heeft een verhaal', waarin ook Alida Fles-Vos haar verhaal verteld. Later is dit verhaal ook toegevoegd aan de collectie van de Stichting Oorlogsverhalen. Het verhaal is hiernaast te zien >>

Van Westerbork naar Bergen-Belsen

Op 19 mei 1944 vertrekt een transport van joden uit Westerbork naar het concentratiekamp Bergen Belsen (foto rechts) in Duitsland. Daaronder 101 personen uit gezinnen van diamantbewerkers.
Ook Frederika Vos, haar echtgenoot Adolf en de twee kinderen Paula en Alida moeten mee in de wagon.
Ze komen terecht in het Duitse concentratiekamp Bergen-Belsen.

Bergen-Belsen

Frederika Vos-Buitenkant die doofstom is, haar echtgenoot en haar twee kinderen worden geconfronteerd met de gruwelijke werkelijkheid van concentratiekamp Bergen-Belsen. Alida en Paula mogen bij hun moeder Frederika blijven. Vader Adolf wordt van zijn gezin gescheiden en verblijft elders in het kamp. Af en toe vangen de kinderen toch nog een glimp van hem op. Tot 4 december 1944 op het appél. Daar zien zij hun vader voor de laatste keer.

Vader Vos naar Sachsenhausen

Vader Adolf Vos wordt op transport gesteld naar concentratiekamp Sachsenhausen (foto rechts: Sachsenhausen nu) even buiten de stad Oraniënburg. Boven de toegangspoort de leuze: ‘Arbeit Macht Frei.’ Op 31 december 1944, nog geen maand na zijn aankomst, overlijdt Adolf Vos in Sachsenhausen.

Moeder Frederika

Op 5 december 1944, één dag nadat Adolf Vos op transport is gesteld, is er opnieuw een ochtend appél in Bergen-Belsen. Ook voor moeder Frederika Vos-Buitekant en haar kinderen. En net als elke dag staat ze in de rij om buiten het kamp te gaan werken. Frederika Vos-Buitekant komt niet meer terug bij haar kinderen.

Werken in zoutmijn

Zij wordt met ongeveer 70 joodse vrouwen op transport gezet naar het vrouwenkamp Beendorf bij Helmstedt. Daar moet zij als dwangarbeider werken in de voormalige zoutmijn  'Schacht Marie'
De mijn is door de SS ingericht voor de fabricage van onderdelen voor bommenwerpers. De omstandigheden in de zoutmijn zijn erbarmelijk...

Moordtransport

Vier maanden later, op 9 april 1945, als de ge-allieerden naderen, wordt Beendorf ontruimd. Fredrika Vos wordt samen met 3000 vrouwen en 1350 mannen in goederenwagons geladen. Dan begint het zogenoemde ‘moordtransport’, naar Hamburg, dat voor Frederika Vos 14 dagen zal duren. De helft van de vrouwen zal het niet overleven.
Deze afschuwelijke reis loopt via Mariënborn, Magdeburg, Stendal en Witteberge naar het plaatsje Sülstorf. Daar blijft het transport 3 dagen en 2 nachten op het station staan. Als de deuren opengaan, blijken meer dan 346 vrouwen en mannen overleden te zijn. Hun lichamen worden begraven op een akker langs de spoorlijn.
Zondag 15 april gaat het transport verder naar een concentratiekamp even buiten Wöbbelin. Daar blijven de mannen achter en de vrouwen gaan verder. Via Hagenow-Land, en Buchen komt het transport in Lübeck aan. Daar staan de wagons opnieuw drie dagen en nachten stil.

Overlevenden

Overlevenden van het transport verklaren later: “ Er was hittte, honger en dorst, angst om te stikken, we stonden schouder aan schouder, wie neerviel werd vertrapt, sommige vrouwen werden krankzinnig en door SS-ers doodgeslagen, anderen sloegen elkaar dood, zodat er meer ruimte zou onstaan...”.

Hamburg

Uiteindelijk komen de vrouwen, waaronder Frederika Vos-Buitekant, op zaterdag 21 april 1945 in Hamburg aan. Zij worden overgebracht naar het arbeitslager Eidelstedt aldaar, gevestigd in een voormalige kazerne. Daar overlijdt de Frederika, moeder van Alida en Paula, op 25 april 1945, 10 dagen vóór de bevrijding.

Bevrijding Bergen Belsen

Op 15 april 1945 worden de gevangenen van Bergen Belsen door Britse troepen bevrijd (foto rechts). De Engelsen zijn op geen enkele manier voorbereid op wat ze aantreffen: meer dan 10.000 onbegraven lichamen. 38.000 gevangenen zijn nog in leven. Daarvan sterven er later 12.500 alsnog aan de gevolgen van de ontberingen in dit concentratiekamp.
De kinderen Vos overleven het en zijn dolblij als ze de bevrijders kunnen verwelkomen.
Alida en haar zusje worden terug in Amsterdam in het ouderlijk huis aan de Camperstaat 14 opgevangen en opgevoed door hun grootouders Vos, die de oorlog ook overleefden. Frederika Vos-Buitekant krijgt later een officieel Nederlands oorlogsgraf op het Nederlands Ereveld in Hamburg.

Alida Fles-Vos is op 86 jarige leeftijd overleden in haar geboortestad Amsterdam.

Documentaire met Duitse ondertiteling

Frederika Vos, de moeder van Alida,  was een van de 70 joodse vrouwen die naar het vrouwenkamp Beendorf bij Helmstedt werd afgevoerd en daar als dwangarbeider moest werken in de voormalige zoutmijn 'Schacht Marie'.
Op de plaats van dit voormalige concentratie-kamp is een monument opgericht: de Gedenkstätte Beendorf.  Op hun verzoek is er nu een Duits-ondertitelde versie van het oorlogsverhaal van Alida Fles-Vos gemaakt, die vertoond wordt bij het herinneringscentrum van het vrouwenkamp Beendorf.
Deze Duits-ondertitelde versie is hier >> te zien

Producent: Pia Media
Camera en regie: Michiel Praal
Montage: Gijs Westerman en Michiel Praal
Eindredactie en interview: Pia van der Molen

Meer informatie?
Bel ons: 06 - 51 357195 of stuur een e-mail: info@pia-media.nl